Funzi Island

4 januari 2019 - Nairobi, Kenia

Het is hier warm en vochtig. We gaan over in een trager tempo. Er is een klein zwembad met heel warm, brak water. Dat wist het zweet voor even af. ‘s Middags gaan Age en San met de stuurman vissen. San vangt een dorade en een soort baars. Bij de lodge krijgt San complimenten voor zijn vangst. Ze willen ze in de vriezer doen zodat ze hem later kunnen bereiden. Maar San schenkt ze liever aan de bootsman, die zo zijn best heeft gedaan om de goede visstekken aan te wijzen. Deze is er blij mee. Age en Santiago eten krab. Ze worden geserveerd op een houten plank met een hamer erbij. Het is veel werk, maar wel heerlijk.  
De volgende dag maken we een dagtrip naar Wasibi eiland. Er gaan ook andere gasten mee uit de lodge, Litouwers en een Australier. Onderweg spelen we samen Uno, San gooit zijn hengel een tijdje uit, maar haalt hem ook weer in. Hij is bang dat als hij een grote vis aan de haak slaat hij zijn hengel kwijt is. We varen best hard. Onderweg zien we dolfijnen. Het is net als met een safari op het land, er varen direct allemaal bootjes op af. Verderop gaan we snorkelen. We hebben onze eigen snorkels mee van de Decathlon, die zijn super. Age en Annelies vinden het koraal er anders uitzien dan tien jaar geleden. Er is veel dood. De vissen zwemmen er wel en er is veel moois te zien in allerlei kleuren. Op Wasibi krijgen we een lunch. Als we aankomen moeten we in een kleiner bootje overstappen dat in ondieper water kan. Aan de kant schreeuwen de bootjesmannen wie ons mag ophalen. Ze krijgen er natuurlijk voor betaald. Boven aan de rots zijn afdakken met lange tafels geplaatst. We kunnen kiezen uit vis, vega en kip. Voor de kip zijn we gewaarschuwd, die komt uit de diepvries. Er komen nog veel meer bootjes aan, de lunchplekken zitten snel vol en in deze paar uur wordt al het geld verdiend. Na afloop krijgen we een kleine rondleiding door het dorp. Wat een armoede weer. We voelen het een beetje als ‘aapjes kjjken'. Een man komt met een euro aanzetten, of we die kunnen wisselen. Dat kunnen we zeker, en de koers valt zeer positief uit voor de Keniaan. Snel komt ook een meisje aangesneld met een euro. Na de lunch varen we weer terug naar Funzi.  
De volgende dag vertrekken we weer terug naar richting Nairobi. Omdat het een lange weg is maken we een nachtelijke tussenstop vlak na Tsavo. We zien dat veel scholen weer zijn begonnen. De kinderen lopen in hun uniformpjes langs de weg. Elke school heeft andere kleuren. De moslimmeisjes dragen een luchtig sluiertje, waardoor ze net nonnetjes lijken. We proberen foto's te maken als ze niet kijken, maar ze zijn net zo nieuwsgierig als wij en draaien zich om als ze een auto horen aankomen. Eigenlijk zijn we wel blij dat we de vochtige warmte weer verlaten. Je zou er maar altijd wonen, denken we, die hoge luchtvochtigheid, de hitte en altijd maar dat stof. Zilt water uit de kraan. En hoewel de problemen hier vast heel groot zijn – alleen al de hoeveelheid krukken - zie je zoveel lachende mensen. Daar kunnen wij Nederlanders wat van leren. Vaak die ontevredenheid en chagrijnigheid op de koppen als je ze tegenkomt op straat. Elke gehucht heeft een eigen waterpomp. Daar vullen de vrouwen en de kinderen de jerrycans. We kopen een kokosnoot bij een kraampje en vragen of ze deze meteen kunnen openmaken. Een man haalt een mes en slaat hem door midden. Erin zit vruchtvlees en sap. Het sap vinden San en Zoey lekker, het vruchtvlees wat minder.  
Na de 50 kilometer hobbelweg draaien we de snelweg op naar Nairobi. Rechts van ons is Tsavo-oost en links van ons ligt Tsavo-west. We zien weer die mooie zebra's, de lieveling van Zoey, en giraffen. En natuurlijk ook bavianen, eentje klimt in een electriciteitsmast. We hebben gehoord dat ze hierop graag slapen, zodat ze veilig zijn voor de leeuwen. Aan het verkeer zijn we nu wel helemaal gewend. Het inschatten met inhalen is steeds gemakkelijker. Vrachtwagens rijden vaak maar zo'n 50 a 60 km per uur. Er is dus vaak meer inhaaltijd dan we verwachten. We zien de wildviaducten en stellen ons voor dat een olifant de weg oversteekt. Dat kun je toch bijna niet geloven. Vijf minuten later, de zon is al aan het ondergaan, begint Age te schreeuwen, ‘een olifant, een olifant!’ Het is echt waar, er steekt zomaar een mannetjesolifant de weg over. Annelies maakt snel foto's met haar mobiel. We rijden een paar honderd meter door en dan steekt er kudde van zo'n vijf olifanten de weg over. Waarschijnlijk de kudde van het mannetje. Het is echt indrukwekkend en we vinden dat we boffen. Om 19.00 uur komen we aan bij onze overnachtingsplek. We zijn moe en gaan lekker slapen. 
De volgende dag rijden we door naar Nairobi. We bezoeken nog het giraffecentrum, waar we ook zijn geweest toen Zoey een paar dagen bij ons was. Hier zijn zo'n 12 giraffes, van een bedreigd ras. Je kunt ze met de hand voeren. Het zijn prachtige dieren, zo dichtbij, met mooie grote bruine ogen. We slapen in ee  hotel vlakbij het vliegveld. Morgen vliegen we naar Nederland. Daar hebben we nu allemaal weer zjn in, lekker schone kleren en zelf je potje eten koken. En Zoey wil wel weer naar school! 



 

Foto’s

3 Reacties

  1. Marlijn:
    4 januari 2019
    Genoten van jullie prachtige verhalen. Goede reis morgen. 😘
  2. Ma en paF:
    4 januari 2019
    Wat is het weer een mooi geschreven verhaal. We zien het een beetje voor ons.
    We wensen jullie een goede terugreis en welkom in ons grijze landje!
  3. Coby:
    5 januari 2019
    Mooi om iedere keer jullie verhalen te lezen. Jammer dat dit de laatste was!!
    Een goede reis en welkom thuis!